Net als je denkt dat je veel hebt bereikt, is het al weer tijd voor de volgende stap.

De Bettermanns uit Menden waren boeren, honderd jaar geleden en al lang daarvoor. Iets anders zou ook in 1911 uiterst ongebruikelijk geweest zijn. Want behalve boeren en boerenknechten was er hier nauwelijks een ander beroep. Er was weinig veranderd sinds 1659, toen elf jaar na het einde van de Dertigjarige Oorlog de Bettermanns voor het eerst in docementen werden genoemd in het agrarische dorp Hüingsen bij Menden in het Sauerland.

Het zou twee en een halve eeuw duren voordat een Bettermann naam zou maken buiten Menden. Franz Bettermann behoorde tot de akkerbouwers van Menden en was een van hen. Nuchter en zakelijk, dat bleef hij zijn leven lang. Maar ergens sloeg hij zijn eigen weg in. Wat hij in 1911 nog voorzichtig en aftastend begon, was het begin van een heel nieuwe levensweg.

Toen Franz Bettermann in 1964 overleed, lag het afscheid van de akkerbouw en de veeteelt al lang achter de Bettermanns en met OBO Bettermann was een belangrijke industriële onderneming op het gebied van de elektrotechniek ontstaan.

Het hoofdkantoor van de onderneming ligt nog altijd daar waar het bedrijf met Franz Bettermann honderd jaar geleden begon: in Lendringsen/Hüingsen, vandaag de dag een stadsdeel van de 56.000 inwoners tellende stad Menden in de Märkischer Kreis, aan de grens tussen Noord-Sauerland en het Oostelijk Ruhrgebied.

Franz Bettermann volgde na school een beroepsopleiding als metaalgieter in het nabijgelegen Hemer. Dat liet hem, die steeds nog een halve boer was, niet meer los. Voor het gebruikelijke werk van zijn voorouders in de stal en op het veld had hij al snel geen tijd meer. 

Hij sloeg nieuwe wegen in en richtte in 1911 met twee arbeidscollega's van zijn oude opleidingsfirma een kleine firma op in Hüingsen. Deze produceerde koperwaren, schoenhaken en ogen, maar ook al iets in de richting van elektriciteit. Bettermann werd leverancier voor de productie van lampen voor huishoudelijk gebruik.

Op de een of andere manier ging dat niet goed. In 1918 verliet Franz Bettermann de door hem opgerichte firma, opende hij als enige eigenaar een stanserij en produceerde hij bevestigingsmateriaal voor elektrische en sanitaire installaties. Een grote brand die het familiebedrijf van Bettermann volledig verwoestte, heeft misschien aanleiding gegeven tot het opnemen van de productie van bliksembeveiligingsonderdelen in het assortiment.

Het productportfolio van OBO Bettermann was van het begin af aan gedefinieerd. Die jaren waren geen oprichtersjaren zoals na de oprichting van het rijk door Bismarck in 1871. Toen Franz Bettermann echt van start ging, had Duitsland zojuist de Eerste Wereldoorlog verloren en was de keizer in ballingschap naar Nederland gevlucht. Het volk leed honger. Op de straten heersten toestanden die leken op een burgeroorlog en in vele huizen pure ontbering. In 1923 volgde een inflatie, die tot vandaag de dag in het historische geheugen van de Duitsers geprent is.

De Weimarrepubliek beleeft alleen in het midden van de jaren 1920 een paar "gouden jaren". Dan vormen de beurscrach van New York in 1929, de economische wereldcrisis en massawerkloosheid in het jaar 1933 met de machtovername van Hitlers nationaalsocialisten het teken van zijn ondergang. In 1932, wanneer de economische nood en de politieke onrusten in Duitsland het grootste zijn, doet Franz Bettermann een beslissende stap naar voren.

Voorheen werkte hij alleen met metaal, maar nu worden kunstharsen als bakeliet en duroplast toegevoegd als nieuwe materialen die door verhitting gevormd kunnen worden. Dat was het begin van het nieuwe Bettermann-tijdperk van gecombineerde metaal- en kunststofproductie voor moderne installatie- en bevestigingstechniek Het machinepark kreeg nieuwe spuitgietinstallaties.

Destijds produceerde Bettermann afstandsklemmen, gegoten buisklemmen en gegoten buishaken. Kabeldozen en ISO-klemmen worden nog steeds in veel gebouwen aangetroffen.

Voor de uitvinding van een serieklem ontving Franz Bettermann aan het begin van 1936 het octrooi en het certificaat van het octrooibureau van het Duitse Rijk. De oprichter was een vriend en voordstander van innovaties.

Het aantal van de aanvankelijk 20 medewerkers stijgt in deze jaren tot ongeveer 250. In het midden van de jaren 1930 koopt Franz Bettermann zijn oorspronkelijke, in 1911 opgerichte firma terug en integreert hij deze in zijn fabriek. Hij wordt beschouwd als een strikte en rechtvaardige baas die ook veel begrip heeft voor de privé-zorgen en behoeften van zijn werknemers en hun families en praktische hulp biedt.

De algemene ellende en wijdverbreide nood aan het einde van de Weimarrepubliek typeren niet langer het beeld van Duitsland, dat de wereld gastheer was van de Olympische Spelen van 1936. Niet veel personen erkennen het noodlot en de catastrofe, die Hitler en de nationaalsocialisten op de rails zetten. Franz Bettermann houdt niet van de nazi's, hun partij kan hem gestolen worden.

Inmiddels 61 jaar oud transformeert Franz Bettermann zijn firma in 1940 in een open handelsmaatschappij en neemt hij zijn zonen Franz, Johann, Ernst en Hubert, vier van zijn in totaal 13 kinderen, aan boord van het ondernemingsschip.

De tweede leidinggevende generatie kwam voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 in beeld. Op dat moment is er al lange tijd sprake van een slechte economie. De oorlogvoering trekt steeds meer medewerkers weg uit de fabriek en ook ontbreekt het nodige productiemateriaal. Aan het einde van de oorlog werd de Bettermann-fabriek ook nog voor 75% gebombardeerd.

Drie zonen van de bedrijfsoprichter overleven de oorlog. Ze beginnen met de achtergebleven of intussen uit de oorlog teruggekeerde fabriekswerknemers meteen de heropbouw.

Gelukkig kon het grootste deel van het machinepark op tijd elders opgeslagen worden, zodat men niet helemaal vanaf nul hoefde te beginnen. Het aantal werknemers loopt aanvankelijk terug naar het opstartniveau van 20 werknemers, maar stijgt snel tot 80 in het jaar van de valutahervorming in 1948 en stijgt weer naar 250 tot 1952.

Dit jaar is voor de onderneming een heel bijzonder jaar. Destijds werd de naam bedacht. Deze luidt tot vandaag de dag: OBO Bettermann. OBO staat voor Ohne BOhren "Zonder boren , beitelen, bepleisteren, cementeren enz. Dat betekent: bespaar tijd, kosten en moeite besparen", is te lezen in een bedrijfsreclame uit die tijd, "onze OBO-plug kan door direct vastspijkeren in beton en metselwerk zonder problemen met slechts de hulp van een bijbehorende drevel ingeslagen worden."

Toen slaagde OBO erin wat vandaag nog steeds telt voor het installatiegemak van haar elektrotechnische producten op bouwplaatsen over de hele wereld: met OBO-producten en -oplossingen wordt de basis en ondersteuning voor installaties die elektriciteit geleiden, data dragen en energie sturen snel, voordelig en in slechts een paar eenvoudige stappen gelegd.

In het midden van de jaren 1950 worden de grenzen van Duitsland voor OBO Bettermann een beetje krap. De onderneming breidt uit in de jaren van de beginnende economische groei en levert nu ook in het buitenland, nog niet in grootse stijl, maar in ieder geval eerst in de buurlanden België, Nederland en Luxemburg.

OBO Bettermann zette in 1957 nog een grote stap met de overname van de nieuwe walserij in Menden-Bösperde, opgericht in 1827. Dat was strategisch gezien een belangrijke beslissing, want daarmee versterkt OBO het tot heden belangrijke bedrijfsonderdeel van de kabeldraagsystemen.

De toenemende elektriciteitsbehoefte van dynamisch groeiende industriële bedrijven, universiteiten, ziekenhuizen, luchthavens en andere grote projecten vereiste vooraf geïnstalleerde kabeltrajecten. De drijvende kracht achter de overname was Ernst Bettermann, die na zijn vader, de oprichter Franz Bettermann, steeds meer de rol van pionier voor de toekomst van het bedrijf werd.

Een vrij klein maar karakteristiek voorbeeld van het langetermijnperspectief in de zakenwereld van Bettermann is een bijzondere collega. Hij kwam in 1959 werken bij de onderneming en is onze oudste medewerker na meer dan vijf decennia.

Wij hebben het over het OBO-mannetje, wiens "gouden bedrijfsjubileum" in 2009 met 300 klanten, vrienden en gasten uit de politiek en het bedrijfsleven groots gevierd is. Stil en vriendelijk verspreidt het degelijke kereltje op bouwplaatsen in de hele wereld de boodschap: "Met OBO is het makkelijker".

Als de oprichter Franz Bettermann in 1964 sterft, is de positie van de onderneming niet meer vergelijkbaar met de beginperiode ervan in 1911. OBO Bettermann had twee wereldoorlogen en inflaties overleefd en de heropbouw na 1945 volbracht.

In het midden van de jaren 1960 kan men met de nog relatief jonge Bondsrepubliek over zichzelf zeggen: wij zijn er (weer)! Maar rust is alleen de goden gegund. Een bedrijf dat op zijn lauweren rust, komt uit op de verkeerde plaats.

Ulrich Bettermann ontwikkelde zich snel tot een van deze noodzakelijke onrustfactoren in het bedrijf. De zoon van Ernst Bettermann kwam in 1968 op 22-jarige leeftijd bij het bedrijf, na zijn afstuderen aan het Gymnasium en in het bankwezen. Hij realiseert zich al snel dat ondanks alle prestaties en successen een nieuwe kick nodig is. Na de economische wonderjaren wordt in de Bondsrepubliek een bepaalde marktverzadiging merkbaar.

De dynamische groei van de opbouwjaren houdt geen stand. In deze situatie reikt de blik van Ulrich Bettermann verder dan de nationale markt. Hij wil met OBO doorstoten – naar Europa en in de wereld.

Van internationalisering wilden de oude vennoten van de andere familietakken echter niets weten. Als zijn vader Ernst ernstig ziek wordt, riskeert Ulrich Bettermann aan het einde van de jaren '70 een volledig conflict. Hij betaalt na een felle strijd het oude front met geleend geld uit en neemt alleen de volle verantwoordelijkheid over. Aan het hoofd van de destijds grootste open handelsmaatschappij in Duitsland is de 36-jarige enige eigenaar tot aan zijn laatste broeksknoop aansprakelijk.

Vandaag de dag boekt OBO meer dan de helft van de omzet in het buitenland en is met 40 dochterondernemingen in meer dan 60 landen aanwezig.

Veranderingen van eigenaar zijn in veel familiebedrijven een betrouwbaar probleem gebleken. Uit zulke discussies heeft Ulrich Bettermann geleerd om open te blijven voor nieuwe ontwikkelingen, de volgende generatie vroeg verantwoordelijkheid te geven en ze zonder conflicten in de ondernemingsleiding te integreren.

Hij was zelf pas iets ouder dan 50 en zijn zonen nog niet eens meerderjarig, toen hij aan hen in het jaar 1999 48 procent van zijn kapitaalaandelen overschreef. Ulrich Bettermann is weliswaar nog directeur, maar houdt zich als voorzitter van de vierkoppige kring van adviseurs bezig met juridische en economische deskundige kennis van de strategische lijn.